Pas op met ontslag op staande voet!


Onlangs werd een watersportbedrijf door de rechter in Den Haag veroordeeld tot het betalen van een vergoeding van € 25.000 aan een op staande voet ontslagen monteur. Het bedrijf ontsloeg de monteur op staande voet twee weken na zijn indiensttreding, omdat zij van mening was dat de monteur niet geschikt was voor de functie waarvoor hij in dienst was genomen. Verder vond zij dat de monteur een verkeerde voorstelling van zaken had gegeven, waardoor het bedrijf de monteur niet meer kon vertrouwen.

De 61-jarige monteur kwam door het ontslag op staande voet niet in aanmerking voor een WW-uitkering en vorderde een vergoeding ter hoogte van zijn salaris tot aan zijn pensioen. Dat vond de kantonrechter te ver gaan, maar omdat het bedrijf volgens de rechter onvoldoende rekening had gehouden met de omstandigheden van de monteur, was een billijke vergoeding hier wel op zijn plaats. Zo was de kans groot dat de monteur, gezien zijn leeftijd, geen nieuwe functie meer zou kunnen vinden.

Uit de rechtspraak blijkt duidelijk dat een ontslag op staande voet alleen gegeven kan worden als de gedragingen van de werknemer zo ernstig zijn dat een ‘normaal’ ontslag niet aan de orde is. Het bedrijf had in dit geval beter een ‘gewone’ ontbindingsprocedure kunnen opstarten, dan had zij de monteur wél rechtsgeldig kunnen ontslaan.

Deze uitspraak illustreert weer dat een ontslag op staande voet tegenwoordig niet snel door de rechter wordt gehonoreerd.

Pas daarom op met het geven van een ontslag op staande voet en overleg eerst met onze adviseurs voordat u actie onderneemt.


<< Terug naar de nieuwslijst