Bijna 30 procent van de bijna 900.000 bv’s en nv’s in Nederland had eind 2018 de verplichte deponering van de jaarcijfers over 2017 nog niet op orde. Dat blijkt volgens de Telegraaf uit cijfers die vorderingenspecialist Verkoopjevordering.nl uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel heeft gehaald.

Jonge bedrijven

Vooral jonge bedrijven blijken vaak laat te zijn met het deponeren van hun jaarstukken. Van de bedrijven die in 2016 zijn opgericht leverde meer dan een derde zijn jaarrekening te laat in. Bedrijven die in 2017 zijn opgericht maken vaak gebruik van de regel die ervoor zorgt dat ze meestal pas in 2019 voor het eerst hoeven te deponeren.

Van de bedrijven die de deadline van 31 december niet hebben gehaald, heeft een kleine twee manden later een flink deel alsnog de stukken ingeleverd. Tussen 1 januari en begin deze week zijn een kleine 53.000 jaarrekeningen alsnog binnengekomen, weet de Telegraaf. Een woordvoerder de KvK bevestigt de cijfers, maar kan niet zeggen wat dit betekent voor de rol van het register binnen het handelsverkeer. „Wij houden alleen het register bij. De Belastingdienst houdt zich bezig met de handhaving.”

Belastingdienst

Directeur Rob de Haan van Verkoopjevordering.nl wijst in de Telegraaf op de risico’s van het niet deponeren van de jaarcijfers, zoals een boete en mogelijk persoonlijke aansprakelijkstelling bij een faillissement. De kans om een boete te krijgen is echter klein, blijkt uit cijfers van de Belastingdienst. De fiscus richt zich vooral op recidivisten en bedrijven met een voorbeeldfunctie. In 2018 maakte het Openbaar Ministerie in 1508 gevallen proces-verbaal op. In de praktijk kwamen die volgens het functioneel pakket uit tussen de €450 en €8500, afhankelijk van de omvang van het bedrijf en de vraag of het (zware) recidivisten betrof.