‘Keep your eyes on the road, your hand upon the wheel.’ Het is een vrijdagavond in december. Het is donker, nat en mistig en ik jaag de hagelnieuwe Tesla Model S 100D over de E25 dwars door de Belgische Ardennen. Of beter gezegd: de Tesla jaagt mij over de snelweg. De auto rijdt zelf. Hij volgt de bochtige weg zo secuur als een Thalys, hij blijft strak in de rechterbaan, hij rijdt 120 kilometer per uur en ziet alles. In elk geval meer dan ik. Zelf zou ik niet zo hard rijden in deze nattige donkerte. Er zijn ook geen rode achterlichten voor me waarop ik me zou kunnen richten, want het is rustig op de weg op deze gure decemberavond. Steeds weer speelt de eerste zin van het opzwepende Doors-nummer Roadhouse Blues door mijn hoofd. ‘Keep your eyes on the road, your hand upon the wheel.’
Het bluesnummer uit 1970 kan zo als soundtrack in een Veilig Verkeer Nederland-spotje. Het is ook de tekst van het Autopilotsysteem in mijn Tesla als het vraagt of ik nog wel oplet. Dat moet van de wet. Het dashboard en het stuur lichten op en in het dashboard verschijnt de tekst: ‘Put your hand on the wheel’. Dat gebeurt ongeveer om de minuut als je met losse handen rijdt, maar de meeste tijd houd ik mijn handen gewoon aan het stuur. Losjes. Zo is de Autopilot ook bedoeld, weet ik uit de Tesladocumentatie. Het is een ondersteuning van je rijtaak, en ik moet zeggen dat ik daar blij mee ben. Zeker als je lange stukken rijdt, in het donker met slecht weer en slecht zicht, en vermoeidheid je ook nog parten speelt. De auto houdt je strak tussen de strepen. Je bent ‘prisoner of the white lines of the freeway’ om Joni Mitchell in Coyote aan te halen. Het voelt veilig. Ik kan appen als ik wil. Of mijn mail checken. De Tesla voelt robuust, met zijn 21 inch-velgen en Formule 1-brede banden. Wat een dijk van een auto, deze 2200 kilo aluminium en accu.
De Model S is uitgerust met radar, ultrasoon sensoren rondom en maar liefst acht camera’s: alle benodigde hardware waarmee hij – volgens Tesla – ‘in de toekomst volledig autonoom’ kan rijden. En nu dus al een heel eind autonoom. Maar dan. Een eindje verder op de A4 richting Neuvillers, nog steeds in de uitgestrekte Belgische Ardennen. Het is ook nog steeds nat, maar nu is het wegdek zo slecht en de belijning zo vaag dat de oplettende kijkertjes van de Model S het ook niet meer scherp zien. De Autopilot meldt dat hij niet beschikbaar is. U weet het, ik weet het: Belgische autowegen zijn beroerd. Het World Economic Forum meldde in december in een rapport dat de Belgische wegen nog slechter zijn dan die in Namibië en Rwanda. België komt niet verder dan de 46ste plaats op een lijst van in totaal 137 op wegenkwaliteit onderzochte landen. Nederland staat op nummer 5.
Zeker als ik ook vanwege onderhoud aan de weg om de haverklap van baan moet wisselen om na een kilometer of wat laveren tussen schijnbaar lukraak neergezette pylonen te worden teruggeleid, besef ik: voor de zelfrijdende auto écht een zelfrijdende auto is, zijn we jaren verder. Jaren? Eerder tientallen jaren.