Auto’s worden steeds slimmer en zijn met hun systemen steeds meer met elkaar en hun omgeving verbonden. Vanaf april 2018 moeten alle nieuw gefabriceerde auto’s in Europa ‘connected’ zijn door de introductie van E-call (Emergency call). Deze rijdende computers zijn echter niet ontworpen om hackers buiten te houden. De auto-industrie moet het voortouw nemen om de cyber security te verbeteren. Dit betoogt Herbert Leenstra, naar aanleiding van onderzoek van Cyber Security Academy The Hague in de automotive industrie. Het is volgens hem tijd om de ICT-architectuur in de auto’s grondig te herzien om ervoor te zorgen dat de veiligheid van de consumenten gegarandeerd wordt.
Connected cars, waaronder autonoom rijdende auto’s, communiceren constant met hun omgeving. In alle moderne auto’s zitten chips, waarop software staat die de functies van de auto verzorgen, denk aan motormanagement, navigatie en het entertainment systeem. Deze software maakt via Bluetooth, WiFi, 4G/5G of satelliet contact met andere auto’s en netwerken. Herbert Leenstra: “Via het internet is het vrij makkelijk om toegang te krijgen tot de CAN bus, de plek waar alle ICT-systemen bij elkaar komen, ofwel de ruggengraat van de auto. Hier kun je de instellingen van de auto wijzigen en hier hebben hackers direct invloed op de veiligheid van de auto. In 2015 lukte het hackers om in te breken in een rijdende Amerikaanse Jeep Cherokee. Ze konden de remmen blokkeren en de snelheid van het voertuig aanpassen.”
Uit het onderzoek blijkt dat er fundamentele weeffouten zitten in de ICT-architectuur van de huidige generatie voertuigen. Leenstra: “Het onderzoek laat zien dat hackers op diverse manieren het ICT-systeem van de auto kunnen binnenkomen. Het entertainmentsysteem geeft nu bijvoorbeeld toegang tot het motorsysteem, terwijl er eigenlijk geen enkele reden is voor zo’n verbinding. Nu de huidige generatie auto’s verbonden is met het internet, kunnen hackers ook via het internet diverse systemen van auto’s hacken.”