De opbrengst uit de belasting op de aanschaf van een nieuwe auto, de BPM, is vorig jaar fors gestegen. Dat blijkt uit cijfers die BNR heeft opgevraagd bij VWE Automotive. De hogere opbrengst staat haaks op het plan van het kabinet om de BPM juist verder af te bouwen.
Vorig jaar heeft de overheid 1,9 miljard euro aan BPM op nieuw verkochte auto's geïnd. Dat is 412 miljoen euro meer dan een jaar eerder, een stijging van 27,4 procent. Het gemiddelde BPM-bedrag per auto kwam uit op 4600 euro. Auto's zijn daardoor bijna 680 euro duurder geworden.
De stijging van de BPM-opbrengst staat haaks op het kabinetsplan van de autobelastingen tot 2020. Daarin staat dat de belasting stapsgewijs moet dalen de komende jaren met in totaal bijna 15 procent. De vorige staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, sprak zelfs de ambitie uit om de BPM helemaal af te schaffen. 'Ik zal het niet nalaten om iedereen te vertellen dat de BPM verder naar beneden moet', zei Wiebes toen.
De ANWB is geschrokken van de cijfers. Hoofddirecteur Frits van Bruggen wil snel om tafel met staatssecretaris Menno Snel van Financiën. 'Dit is niet wat we hebben afgesproken met de staatssecretaris. Ik denk dat het belangrijk is dat dit goed besproken gaat worden. Ik ken hem nog niet. We moeten antwoord krijgen hoe dit kan', zegt Van Bruggen in De Nationale Autoshow.